Aan te raden  

   

1 Koningen 8:22 en 37-43

(Als PDF)

 

22 Toen wenddeSalomozich naar hetaltaarvan de HEER, ten aanschouwen van de verzamelde Israëlieten, hief zijn handen tenhemel23 en zei:

37 Wanneer er in het land hongersnood of pest uitbreekt, wanneer het gewas wordt getroffen door korenbrand, meeldauw of vraatzuchtige sprinkhanen, wanneer het volk in eigen land door vijanden bedreigd wordt, wanneer er kortom bij enige ramp ofziekte38 ook maar iemand van uw volkIsraël een smeekgebed tot u richt en zijn handen heft in de richting van deze tempel – ieder onder de druk van het leed dat hem persoonlijk treft –,39 aanhoor hem dan vanuit dehemel, uw woonplaats, envergeefhem. Grijp in en geef hem wat hem toekomt, want u weet wat er in hem omgaat. U alleen immers kunt de mens doorgronden.40 Dan zullen ze in het land dat u aan hun voorouders hebt gegeven hun leven langontzagvoor u tonen.

41 Ook wanneer eenvreemdeling, die niet tot uw volk Israël behoort en die uit een ver land hierheen is gekomen om u te vereren42 – want ook daar is de faam van uw sterke hand en opgeheven arm doorgedrongen –, wanneer eenvreemdelinghierheen komt en eengebed richt naar deze tempel,43 aanhoor hem dan vanuit de hemel, uw woonplaats, en doe wat hij u vraagt. Dan zullen alle volken op aarde uw naam leren kennen en ontzagvoor u tonen, zoals uw volkIsraël dat doet, en zij zullen weten dat uw naam verbonden is aan deze tempel die ik heb gebouwd.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

   
© Tim van Beek / Bijdezondag