Jeremia
Vreselijk is het, echt vreselijk;
Ik kan er niet meer tegen!
Waar ik maar kom en waar ik ook kijk:
overal ellende.
Mensen bedriegen elkaar waar ze kunnen.
Schelden, ruzie, oorlog, moordpartijen;
het houdt maar niet op.
Het was goed op de aarde, ooit in het begin.
Maar nu: het is weer een chaos!
Zwart wordt de lucht.
Het licht is verdwenen,
de vogels zijn gevlogen,
huizen kapot gechoten,
steden in puin.
Geen mens die daar nog leven kan.
Iedereen vlucht
schreeuwend van angst om wat er nog komen kan.
Zinloos is het om er nog mooi bij te lopen;
niemand die daar nog oog voor heeft.
Maar luister: er is nog hoop.
Misschien is er één;
één mens die doet wat hij zegt,
één mens die je kunt vertrouwen,
waar je op kunt bouwen.
Eén mens waarin God zich herkent:
één rechtvaardige.
Als die er is, als ik die kan vinden,
dan is er nog hoop;
dan is de schepping niet verloren.
Dan maakt God een nieuw begin.
Ben jij die ene, misschien?